Model: DTS-01
Vermogen: 0,1/0,2/0,3/0,5/1/2/3/5/10/20/30/50/100Nm
Precisie: ±0.1; ±0.3; ± 0,5% F.S.
Uitgangsgevoeligheid: 1,0 ̊1.5.0 mV/V, 4-20mA, 0-5/ 0-10Vdc
Kenmerken:
1De koppelsensor bestaat uit een spanningsmeter en een geïntegreerde schakeling met een hoge precisie en stabiele prestaties.
2, met uitstekende langetermijnstabiliteit
3, met sleutel aansluiting aan beide uiteinden
4, maximaal 4000 RPM
Toepassing:
Dynamisch koppelomvormer sensor 10-1000Nm voor automatische versnellingsbak roterende sensoren
Technische specificatie:
Werktemperatuur: | -10 ̊+80 °C |
Temperatuurcompensatiebereik: | kamertemperatuur ~ +60 °C |
Temperatuur-effect op nul: | ±0,1 % F.S/10 °C |
Opwindingspanning: | 12 VDC |
Beledigd verzet: | 2000 MΩ/100VDC |
Invoerweerstand: | 700 ± 10/350 ± 10 Ω |
Uitgangsweerstand: | 700 ± 5/350 ± 5 Ω |
Nul uitslag: | 0 ± 1 % F.S. |
Veiligheidsoverbelasting: | 120 % F.S. |
Kabellengte: | 3 m |
Kabelverbinding: |
Rood: exc + Zwart: exc - Groen: Signal + Wit: Signal- |
Afmetingen: mm
afmeting van de sleutelgroef: LxDxW 22x3,5x6mm
1, Toepassingsgebied
De dynamische koppelsensor van de DTS-serie is een nauwkeurig meetapparaat voor koppel en mechanisch vermogen.
1.1 Elektromotoren, motoren, verbrandingsmotoren en andere roterende apparatuur.
1.2 ventilator, waterpomp, koppelknop
1.3 Treinen, auto's, trekkers, vliegtuigen, schepen, mijnbouwmachines
1.4 Waterrecycling systeem
1.5 Viscometer
1.6 Verwerkende industrie
2, Installatievereiste
2.1 Geschikt voor zowel verticale als horizontale installatie
2.2 Alle laadapparatuur, koppelsensoren en vermogenstoestellen moeten op een vast platform worden gemonteerd om overmatige trillingen te voorkomen. Anders kan dit tot onstabiele metingen leiden,verminderen nauwkeurigheid of zelfs beschadigen koppel sensor.
2.3 Gebruik een elastische speldkoppeling
2.4 Bij het bevestigen van het middelste deel van de koppelsensor wordt een flexibele bevestiging aanbevolen.
2.5 De concentriciteitstolerantie van de laadapparatuur, de koppelsensor en de energieapparatuur moet kleiner zijn dan Φ0,05 mm.
3Installatie
3.1 Bevestig de afstand tussen de aandrijfinrichting en de laadinstallatie op basis van het type schachtverbinding en de lengte van de koppelsensor.Regelen van de afstand tussen de aslijn (van vermogen en laadapparatuur) en het datumvlak, zorg ervoor dat de coaxialiteit tussen hen minder dan Φ0,03 mm is, en bevestig vervolgens de energie- en laadapparatuur op het datumvlak.
3.2 Installeer een koppeling op elke as
3.3 Regelen van de afstand tussen de koppelsensor en het datumvlak, ervoor zorgen dat de coaxiale verhouding tussen de aslijn en de aslijn van de aandrijvings- en laadapparatuur kleiner is dan Φ0,03 mm.Bevestig dan koppel sensor op datum vlak.
3.4 De koppeling bevestigen, installatie afgerond.
4Normale installatiewijze
4.1 Wanneer het toerental minder dan 300 t/min is en er geen frequente rotatie in de wijzers van de klok of tegen de wijzers van de klok plaatsvindt, kan een flexibel voorwerp worden gebruikt om de koppelsensor aan te sluiten en te voorkomen dat deze zich draait.
4.2 Wanneer de snelheid hoger is dan 300 t/min, met frequente rotaties in de wijzers van de klok en tegen de wijzers van de klok, is een bevestigingsplaat aan zowel de voor- als de achterkant van de koppelsensor noodzakelijk.Voeg 2-3 mm siliciumrubber in het midden van de koppel sensor en bevestiging bord met 15%-20% compressie bedrag om te voorkomen dat het wordt stijf verbinding.