Maatwerk Dynamische Koppel Sensor voor Industriële Kalibratie

Custom Dynamische Koppelingssensor voor Industriële Kalibratie

Model: DTS-01

Capaciteit: 0.1/0.2/0.3/0.5/1/2/3/5/10/20/30/50/100Nm

Precisie: ±0.1; ±0.3; ±0.5%F.S

Uitgangsgevoeligheid: 1.0～1.5.0 mV/V, 4-20mA, 0-5/ 0-10Vdc

Kenmerken:

1, Koppelingssensor bestaat uit een rekstrook en een geïntegreerde schakeling met hoge precisie en stabiele prestaties.

2, Met uitstekende langetermijnstabiliteit

3, Met sleutelverbinding aan beide uiteinden

4, Maximaal 4000 RPM

Technische specificaties:

Afmetingen: mm

Sleufafmetingen: LxDxB 22x3.5x6mm

1, Toepassingsgebied

DTS-serie dynamische koppelingssensor is een nauwkeurig meetinstrument voor koppel en mechanisch energieverbruik. Voornamelijk toegepast in

1.1 Elektromotor, benzinemotor, verbrandingsmotor en andere roterende apparatuur.

1.2 Ventilator, waterpomp, momentsleutel

1.3 Trein, auto, tractor, vliegtuig, schip, mijnbouwmachine

1.4 Waterrecyclingsysteem

1.5 Viscositeitsmeter

1.6 Procesindustrie

2, Installatievereisten

2.1 Geschikt voor zowel verticale als horizontale installatie

2.2 Alle beladingsapparatuur, koppelingssensor, stroomapparatuur moeten op een solide platform worden geïnstalleerd om overmatige trillingen te voorkomen. Anders kan dit onstabiele metingen veroorzaken, de nauwkeurigheid verminderen of zelfs de koppelingssensor beschadigen.

2.3 Gebruik elastische penkoppeling

2.4 Flexibele bevestiging wordt aanbevolen voor het bevestigen van het middelste deel van de koppelingssensor. Gebruik geen starre bevestiging.

2.5 Concentriciteitstolerantie van beladingsapparatuur, koppelingssensor, stroomapparatuur moet minder zijn dan Φ0.05mm.

3, Installatiestappen

3.1 Bevestig de afstand tussen de stroomapparatuur en de beladingsapparatuur op basis van het asverbindingstype en de lengte van de koppelingssensor. Pas de speling tussen de aslijn (van stroom- en beladingsapparatuur) en het referentievlak aan, zorg ervoor dat de coaxialiteit ertussen minder is dan Φ0.03mm, en bevestig vervolgens de stroom- en beladingsapparatuur op het referentievlak.

3.2 Installeer de koppeling op elke as

3.3 Pas de afstand tussen de koppelingssensor en het referentievlak aan, zorg ervoor dat de coaxialiteit tussen hun aslijn en de aslijn van de stroom- en beladingsapparatuur minder is dan Φ0.03mm. Bevestig vervolgens de koppelingssensor op het referentievlak.

3.4 Bevestig de koppeling, installatie voltooid.

4, Normale installatiemethoden

4.1 Wanneer de snelheid minder is dan 300 RPM, geen frequent draaien met de klok mee en tegen de klok in, kan een flexibel object worden gebruikt om verbinding te maken met de koppelingssensor en te voorkomen dat deze draait.

4.2 Wanneer de snelheid hoger is dan 300 RPM, met frequent draaien met de klok mee en tegen de klok in, is een bevestigingsplaat aan zowel de voor- als achterkant van de koppelingssensor noodzakelijk. Voeg 2-3 mm siliconenrubber toe in het midden van de koppelingssensor en de bevestigingsplaat met 15%-20% compressie om te voorkomen dat deze een starre verbinding wordt.